Poké bowl is één van de trends op het gebied van gezond en makkelijk eten en ik begrijp best waarom. Heel veel smaak, super gezond en je kunt er eindeloos veel varianten mee bedenken.

Poké (spreek uit: po-kay) is een origineel gerechtje uit Hawaï dat je het beste kunt omschrijven als een gezellige mix tussen sushi en een salade.
Poké bestaat van origine uit blokjes rauwe vis (vaak verse tonijn), gemarineerd in sojasaus en sesamzaadjes.

Het lijkt misschien ook wel een beetje op de Peruaanse variant Ceviche.
Vroeger werd het door de vissers in Hawaï als hapje tussendoor gegeten: het was de manier om de laatste beetjes vis op te maken (het woord poké betekent dan ook: visrestjes). De vissers marineerden de vis in sesamolie, sojasaus en bos-uitjes.

Wat heb je nodig voor een poké bowl?

Vers gestoomde rijst, het lekkerst is sushirijst die je nog net niet koud serveert. Maak het aan met wat rijstazijn, zeewier en sesamzaadjes een beetje zoals je sushi maakt.

Verse vis. Het makkelijkst is tonijn of zalm. Let erop dat de vis bloedvers is.

Een goed mes om de vis in kleine blokjes van 2 x 2 cm te snijden.

Een lekker marinade. Zelf maak ik hem van sesamolie, sojasaus (Kikkoman), limoensap en wat geroosterde sesamzaadjes. Ook lekker: fijn gesneden vers geraspte gember, een beetje mayonaise en gehakte gebrande pinda’s of walnoten.

Om het gerechtje af te maken: Blokjes of reepjes komkommer, plakjes radijs en blokjes avocado. Voor de echte liefhebbers wat reepjes nori, (gedroogd zeewier vellen).

Maak het gerechtje af door alle ingrediënten apart van elkaar in een mooi kommetje te doen. Een beetje leuk opmaken helpt altijd om de eetlust te bevorderen.

Heel veel plezier met maken.

Arjen Zeevenhooven